Meer door minder

Al vele jaren is er wereldwijd een beweging gaande waarin gepleit wordt voor ontspulling. Talloze mensen hebben het gevoel dat ze omkomen in hun materiële overvloed en willen niks liever dan zich beperken tot wat ze echt nodig hebben.
In de rubriek ‘Teksten van anderen II: Psychologische teksten’, no.3 maak ik melding van minimalisten. Die maken er een sport van hun spullen tot het minimum te beperken, soms zelfs tot minder dan 100 stuks.
Anderen gaan realistischer te werk, vaak ook omdat zij deel uitmaken van een gezin, waarvan de leden lang niet altijd op dezelfde lijn zitten. Ik vind het boeiend zulke boeken te lezen. Altijd stimuleren ze mij om mijn bezit weer eens kritisch bij langs te gaan. En hoe beperkt ook, telkens lukt het me weer wat op te ruimen.

De twee laatste boeken die ik hierover gelezen heb zijn: Joshua Becker, Meer door minder. Maak ruimte om te leven (2016) en Duane Elgin, Houd het simpel! Rijk van binnen, eenvoudig naar buiten (2010).

Becker heeft een aanstekelijk boek geschreven over de vraag hoe je je spullen het beste kunt verminderen. Hij komt met vele praktische verhalen en voorbeelden, die je houvast bieden om zelf aan de slag te gaan.
Hij maakt ook duidelijk waarom het goed zou zijn om met minder materieel bezit te leven. Zo’n leven bezorgt je meer tijd, meer geld, meer vrijheid, minder stress, minder afleiding en heeft ook een kleinere impact op het milieu. In z’n boek wordt dat nader uitgewerkt.
Zo wijst hij erop dat consumentisme vaak wordt verward met geluk. In elk geval de reclame wil ons wijs maken dat we pas echt gelukkig zijn als we de aangeprezen producten kopen. En of we het nu willen of niet: vaak geloven we daaraan. Maar in dat geloof worden we telkens teleurgesteld, want algauw na de aankoop blijkt het geluk weer onbereikbaar achter de horizon te liggen. Wie ervoor kiest met minder te leven, zal zich bevrijd voelen van deze deprimerende drang om maar te bezitten.

Beperk je je op materieel gebied tot wat je echt nodig hebt, dan blijk je van dat mindere meer te kunnen genieten. Hoe waar dit is, bewijzen kleine kinderen: hoe vaak komen zij niet om in speelgoed, met als gevolg dat ze onmachtig zijn geconcentreerd te spelen met één ding. Maar ook omgekeerd: je geeft een kind iets onnozels (in volwassen ogen), waarna dat kind hier tijden mee in de weer is.
Materiële beperking geeft je meer ruimte om aandacht te geven aan wat er echt toe doet. Becker wijst dan met name op relaties. In dat kader pleit hij voor het opvoeren van de hoogte van je giften, het doen van vrijwilligerswerk en het onderhouden van vriendschappen.

Elgin heeft een totaal ander boek geschreven. Hij plaatst het onderwerp ontspullen in het bredere kader van wat in de wereld gaande is. Zo wijst hij erop dat wij voor het huidige consumptieniveau eigenlijk niet toekunnen met deze aarde. We teren in. Dat probleem wordt nijpender nu diverse minder ontwikkelde landen zoals China, India en Brazilië op weg zijn naar ons consumptieniveau.
Elders las ik: als de huidige wereldbevolking net zo welvarend zou zijn als wij in Europa of de Verenigde Staten, zouden we vier aardes nodig hebben. Deze ontwikkeling, aldus Elgin, brengt ons onstuitbaar in aanraking met urgente problemen zoals: te grote bevolkingsgroei, wijdverbreide en diepe armoede, ernstige verstoring van het klimaat, het einde van goedkope olie, wereldwijd tekort aan drinkwater en grootschalig uitsterven van planten- en dierensoorten.

Als privé-persoon kunnen we daar natuurlijk weinig aan doen. Wat we wel kunnen doen is materieel bescheidener leven, ofwel: onze ecologische voetadruk verkleinen. In zijn boek geeft Elgin talloze reacties door van mensen die daar al mee bezig zijn. Ook geeft hij diepgravende analyses om de lezer te stimuleren deze voortrekkers na te volgen.

Zijn boek maakt mij meteen duidelijk hoe kortzichtig en egoïstisch West-Europa omgaat met de stroom economische vluchtelingen uit Afrika. Wat het meest het nieuws haalt zijn onze pogingen om die vluchtelingen buiten Europa te houden, met als doel (is mijn indruk) dat onze welvaart onaangetast gehandhaafd kan blijven. Maar heel weinig hoor je dat deze situatie erom vraagt dat wij ons welvaartspeil naar beneden aanpassen en de Afrikaanse landen helpen hun mensen perspectief te geven.
Blijven we op de huidige manier met dit onderwerp omgaan, dan zullen we binnen afzienbare tijd ontdekken dat het probleem van economische vluchtelingen nog vele malen groter zal worden. We moeten af van onze hebzucht en onze egocentrie. Elgin is vrij optimistisch over de verandering ten goede in de wereld. Zijn talloze contacten geven daar ook aanleiding toe. Maar in Den Haag zie ik weinig tekenen dat er openheid is voor de urgentie van dit onderwerp. Het is waar, het klimaatakkoord van Parijs wordt unaniem omarmd, maar dat gebeurt naar mijn inschatting meer om onze eigen veiligheid en welvaart te handhaven dan om de kwetsbaren in de wereld te beschermen.